Mandjeswaardweg (bij 28)  

Rijksmonument

Kadastraal nummer: U 168
Monumenten nummer: 512063
Datum aanwijzing : 14-07-1999


Afbeelding


GEDENKNAALD, op een kleine terp (de Heuvel), aan de oever van De Goot, een afsplitsing van het Ganzendiep, die vroeger uitmondde op de Zuiderzee. Het monument is in 1881 vervaardigd en geplaatst in opdracht van de "Maatschappij tot Verbetering van het Zwolsche Diep", die in dit buitendijkse gebied stukken land won en de biezencultuur opzette. De naald is opgedragen aan de baron Van Haersolte, volgens de inscriptie op het monument.

Omschrijving
Natuurstenen obeliskvormig monument, midden op een kleine met gras begroeide terp. Een inscriptie is ingebeiteld, waarbij de tekst in halve cirkels rondom de datum 1881 staat: "Aan J.C. baron van Haersolte" en "Ter dankbare herinnering van de aandeelhouders".

Waardering
Gedenknaald van algemeen cultuurhistorisch en landschappelijk belang:
- als herinnering aan de landaanwinning, de biezencultuur en de rol van de Maatschappij tot Verbetering van het Zwolsche Diep en de baron van Haersolte daarbinnen
- vanwege de ligging op een terp en nabij de uitmonding van de vroegere Zuiderzee


Omschrijving Het Oversticht
De mondingen van de IJssel en het Zwarte Water waren één van de weinige gebieden, die geschikt waren voor de zogenoemde biezenteelt. Vooral in de omgeving van Genemuiden kende de biezencultuur hoogtijdagen.
In de zeventiende eeuw liep de visserij in deze gebieden terug en rond 1700 richtte de bevolking zich meer en meer op de oogst van biezen. Omstreeks 1840 begon de stad Genemuiden zelfs biezen aan te planten op haar kustgronden. Enkele jaren later vond de eerste systematische aanplant plaats, uitgevoerd door de 'Maatschappij tot verbetering van het Zwolsche Diep'. Deze maatschappij had twee doelen, namelijk het verbeteren van de bevaarbaarheid van het Zwolsche Diep en het versnellen van het landaanwinningsproces op de kustgronden van Genemuiden. Deze tweede doelstelling probeerde men te bereiken door op grote schaal biezen aan te planten, die als golfbreker fungeerden. Zo werd in eerste instantie een stuk kustgrond ten westen van De Goot (een afsplitsing van het Ganzendiep, die vroeger uitmondde op de Zuiderzee) ingepolderd.
Na deze periode werd de landaanwinning duidelijk ondergeschikt aan de economische functie van de biesaanplantingen. Biezen dienden namelijk als grondstof voor de mattenindustrie. De mattenindustrie had grote belangen bij deze kunstmatige aanplantingen, omdat de natuur, door de stijgende vraag naar matten, niet meer in staat was voldoende grondstoffen te bieden.

Op een kleine terp (de Heuvel) aan de oever van De Goot staat een natuurstenen gedenknaald. Het monument is in 1881 vervaardigd. De 'Maatschappij tot verbetering van het Zwolsche Diep' gaf de opdracht tot plaatsing. De obeliskvormige naald herinnert aan de landaanwinning en de biezencultuur. Hij is opgedragen aan baron Van Haersolte.

Gemeente Genemuiden (nu Zwartewaterland) en de 'Maatschappij tot verbetering van het Zwolsche Diep' plantten tussen 1850 en 1927 veel nieuwe biesvelden aan. Niet alleen het aanplanten, maar ook het oogsten van biezen verschafte veel mensen werk. In 1927 hield men in verband met de stagnerende afzet op met de aanplant van biezen. De meeste mattenindustrieën waren inmiddels overgegaan op de verwerking van kokosgarens in plaats van biezen. Omstreeks 1940 werd de Maatschappij tot verbetering van het Zwolsche Diep opgeheven.


Aanvullende afbeeldingen