"Soete Naeme Jhesus" weeshuis  



Het midden jaren tachtig van de vorige eeuw gerestaureerde en tot wooneenheden verbouwde pand Hofstraat 14-18 (voorheen nr. 20) is een in het straatbeeld opvallend breed pand met kleine boogvensters en een zadeldak tussen tuitgevels. Het maakte ooit deel uit van het zogenaamde Soete-Naeme-Jhesus-weeshuis, gesticht in 1539 door Mr. Johan Evertsz a Lymberich, rector van de Latijnse school. Hij huisvestte hier twaalf weesjongens om hen te kunnen opleiden tot koorzangers voor de Bovenkerk. De stad hielp mee bij het onderhoud van de gebouwen. Na de dood van Mr. Johan Evertsz in 1554 nam de rol van de stad toe en veranderde het complex in een burgerweeshuis.




1. Regentshuis (locatie van huidige Boven Nieuwstraat 13)
2. Oratorium (locatie van huidige Boven Nieuwstraat 15)
3. Achterhuis Ghese Johansdochter (achter Boven Nieuwstraat 15, gesloopt ca 1985)
4. Reventer (locatie van huidige Boven Nieuwstraat 17)


Drie naast elkaar gelegen panden in de Boven Nieuwstraat vormden het oorspronkelijke tehuis. Mr. Johan Evertsz schonk zijn eigen woning voor gebruik als Regentshuis (nr. 13) en kocht in 1539 en 1542 twee daarnaast gelegen buurpanden (nrs. 15 en 17), respectievelijk voor gebruik als Oratorium en Reventer (eetzaal). Nadat de stad het weeshuis had overgenomen, verrees in 1558 achter Boven Nieuwstraat 13 een aparte Regentscamer. Het tehuis was nu opengesteld voor zowel weesjongens als weesmeisjes en hun aantal groeide snel, mede dankzij een (pest)epidemie. De stad moest in 1563 enkele aangrenzende panden en percelen aan de Geerstraat en Hofstraat kopen om de nieuwe wezen onder te kunnen brengen. Voor de verzorging van zieke weeskinderen bouwde men in 1565 een eigen Sieckhuys, het behouden pand Hofstraat 14-18.




5. Regentskamer uit 1558
6. In 1563 aangekochte huizen.




7. Het "Sieckhuys", gebouwd in 1565


Na de Reformatie verbouwde de stad in 1587 het van de Cellebroeders overgenomen klooster aan de Vloeddijk tot een nieuw, ruim stadsweeshuis. Het oude weeshuiscomplex kwam leeg te staan en werd opgedeeld. De huizen aan de Boven Nieuwstraat ondergingen in de loop van de tijd ingrijpende verbouwingen of werden herbouwd. Het tot in de 20ste eeuw vrijwel onveranderd behouden achterhuis van nummer 15 is helaas recent alsnog gesloopt (ca 1985).

Het voormalige Sieckhuys aan de Hofstraat was vóór de restauratie lange tijd in gebruik als stadsboerderij. De vroegere functie als ziekenhuis valt nog af te lezen aan de reeks kleine rondboogvensters, die aan de Hofstraatzijde hoog zijn geplaatst. De zieke kinderen waren daardoor afgesloten van de buitenwereld. De gevel aan de achterzijde (binnenplaats) is opener en rijker uitgevoerd met kloostervensters en een tandlijst onder de dakrand. Vóór de restauratie waren van de oude houtconstructies de jukken van de kapconstructie en de balklagen van verdieping en zolder nog grotendeels behouden, maar wel in zeer slechte staat.

Chris Kolman , 2009